Woensdagnamiddag, regen, verveling…
Normaal voetbal ik dan met vriendjes maar nu valt de regen met bakken uit de loodgrijze lucht. Je kunt wel zien dat ik altijd primus van de klas ben in opstel, niet? Ik voetbal graag, maar lezen en schrijven doe ik nog liever. Alleen vanmiddag niet, ik weet gewoon niet wat te doen of aan wat te beginnen. Ik heb net ‘De wind in de wilgen’ uitgelezen en heb geen ander boek meer. Van door dit hondenweer naar de bibliotheek in het dorp rijden zou ik tot op mijn vel nat worden – en de boeken ook. Ik hang lusteloos op de bank, geeuw en sla mijn benen over de leuning.
Ons huis is nieuw en om het af te betalen is mama moeten gaan werken als schoonmaakster. Ze komt pas om zes uur thuis. Papa nog later: hij werkt zich kapot in de cementfabriek. Maar het nieuwe huis is echt wel mooi met een keuken en een badkamer, drie slaapkamers, een zolder en een kelder. In niks te vergelijken met het vochtige werkmanshuisje-in-de-rij waar ik op een matras in de kleine huiskamer moest slapen omdat er maar twee slaapkamers waren. Tot mijn achtste sliep ik met mijn vier jaar oudere zus in hetzelfde bed maar plots mocht dat niet meer van mama. Ik wist toen niet waarom, het was altijd zo gezellig om in elkaars armen in slaap te vallen.
Op deze koude regendag in maart 1970, een namiddag vol verveling waardoor elke minuut een uur lijkt te duren, staat er echter iets te gebeuren dat ik me mijn leven lang zal herinneren. Het einde van mijn kinderlijke onwetendheid en het begin van iets heel anders, iets opwindends.
‘Jij verveelt je ook, is het niet, broertje?’ vraagt Liane terwijl ze naast me op de bank neerploft met haar benen wijd open op het gloednieuwe salontafeltje. ‘Heb je zin in een spelletje “Ik weet wat jij niet weet”? Liane weet dat het mijn favoriete spelletje is want ik weet heel veel en in ieder geval meer dan zij. ‘OK,’ zeg ik, ‘jij mag beginnen.’ ‘Nee, jij begint.’ Ik denk even na, wil iets verzinnen wat ze eigenlijk zou moeten weten maar wat ook niet te makkelijk is. ‘Wat is de hoofdstad van Zweden?’ vraag ik. Ze denkt lang na en antwoordt dan aarzelend ‘Oslo’. ‘Mis,’ roep ik uit, ‘ik mag een nieuwe vraag stellen.’ Na vier verkeerde antwoorden ben ik bang dat ze niet meer verder wil spelen en zoek ik naar iets wat ze zeker moet weten. Ik vind het zelf een hele stoute vraag maar ik weet dat Liane er zal om kunnen lachen: ‘Wat is het grootste verschil tussen een jongen en meisje?’ Ja, zie, ze schatert het uit. Ze blijft er bijna in!
‘Dat weet je zelf nog maar pas, geloof ik,’ lacht ze. ‘Jongens hebben een piemel en een zakje met balletjes en meisjes hebben een gleufje en ze krijgen borsten. Nu is het mijn beurt!’
‘Voor wat dient een piemel nog meer dan om te plassen alleen?’
Wat is dat voor een vraag! Een piemel dient toch alleen om te plassen. Het is een strikvraag, denk ik, daar is Liane altijd sterk in en zo verlies ik vaak het spelletje. Wat ik ook probeer te bedenken, ik vind niets. Na een tijdje begint Liane af te tellen: ‘Tien, negen, acht… een, nul. Wie het niet weet is een sul!’
‘Zeg jij het maar,’ geef ik het op. Ik verwacht een dwaas antwoord maar Liane kijkt plotseling heel ernstig. ‘Broertje,’ zegt ze, ‘ik dacht echt dat je het wist. Anders had ik het nooit gevraagd. Weet je wat? Ik zal het je volgend jaar nog eens vragen.
Na lang zeuren wil ze het antwoord toch verklappen. Ze krijgt zowaar een rooie kop en dat gebeurt maar zelden.
‘Goed, maar zweer hier en nu dat je het niemand zult vertellen, zeker aan mama en papa niet en ook niet aan je vriendjes op school. Aan niemand, hoor je?’ Ik zweer plechtig dat ik mijn mond zal houden en mijn nieuwsgierigheid is zo groot dat ik boos word wanneer ze weer in lachen uitbarst, minuten lang.
‘Wel,’ zegt ze eindelijk, ‘wij hebben dat op school geleerd maar jij blijkbaar nog niet. Ach ja, ik vergeet altijd dat je nog maar is het eerste middelbaar zit… Je zal het in de les biologie dit jaar nog wel leren. Maar ik heb het nu ook echt gezien bij Dylan, mijn vriendje. Je hebt al wel gezien dat wij elkaar soms kussen in het fietsenhok aan de school?’ ‘Ja, spannend,’ antwoord ik.
‘We kussen niet alleen,’ zegt Liane en ze begint weer te blozen. ‘Als we zeker weten dat niemand het kan zien, zitten we met onze handen in elkaars broek. Dan tast hij aan mijn gleufje en ik aan zijn piemel en die wordt dan helemaal groot en stijf.’ ‘Mijn piemel wordt soms ook stijf,’ roep ik uit. Ik wil niet onderdoen voor dat slome vriendje van haar, die lange magere Dylan die altijd kijkt of ik moet ophoepelen.
‘Ah, dan ben je zeker al zo ver dat die piemel van jou meer kan dan alleen maar plassen,’ kirt Liane. ‘Ik heb van Dylan geleerd hoe je uit een piemel iets anders krijgt dan plas. En als je nu wilt weten wat dat is moet je nu wel je piemel bovenhalen.’
Daar had ik niet op gerekend maar ik ben nu eenmaal heel nieuwsgierig en wil liefst alles weten wat er te weten is. Dus maak ik mijn broek los en trek ze samen met mijn onderbroek naar beneden. Liane trekt de beide broeken over mijn voeten en gooit ze op de vloer.
Ze komt op haar knieën voor me zitten en slaat haar hand voorzichtig rond mijn slappe piemel die eigenaardig genoeg bijna direct heel hard wordt en rechtop gaat staan. Langzaam begint ze nu haar hand op en neer te bewegen waarbij ze mijn piemel omhoog trekt en weer naar beneden laat gaan. Al gauw krijg ik daar een heel goed gevoel bij. Ik moet er zelfs af en toe mijn ogen bij sluiten maar mijn nieuwsgierigheid wint het toch en ik kijk aandachtig naar haar hand rond mijn piemel die nog wat groter geworden is en nu begint het hele gedoe ook echt fijn te worden. Ze omklemt mijn piemel steeds steviger en haar hand versnelt de bewegingen tot ik opeens moet kreunen. Bijna had ik het moment gemist omdat ik mijn ogen weer wilde toe doen, maar net op tijd zie ik hoe plotseling een straal witte blubber uit mijn plasgaatje spuit. Het spul druipt langzaam over de rug van haar hand en ze laat mijn piemel nu los. Ze brengt haar hand naar haar mond en likt ze schoon.
Dan staat ze op, geeft me mijn broek en onderbroek en zegt: ‘Zo, dat weet je dan ook weer, slimme broer van mij. Dat witte spul dat uit je piemel kwam is sperma, dat komt uit je balletjes en het zit vol zaadjes. Wanneer je met je piemel in het gleufje van een meisje komt, komen die zaadjes in haar en kan ze kindjes krijgen als er een eitje in haar buik rijp is. Die zaadjes zwemmen naar dat eitje toe en het snelste zaadje komt in het eitje terecht en dat wordt dan een kindje.’
Ik sta, of liever zit, perplex. Maar Liane heeft nog meer in gedachten voor mij. Ze trekt nu ook haar broek en onderbroekje uit en gaat voor me staan zodat ik haar gleufje kan zien. Het is met dunne blonde haartjes bedekt maar toch heel goed zichtbaar. Nu herinner ik het mij van toen we als kinderen nog samen in de grote plastic teil van het oude huis zaten en wanneer mama ons alleen liet, stond Liane ook recht en fluisterde dan dat ik naar haar plassertje mocht kijken. Ik weet nog dat het me helemaal niet interesseerde.
Nu kijk ik wel, opeens vind ik een meisjesplassertje wel interessant. Ze pakt mijn hand vast en legt die tegen haar gleufje. ‘Voel maar,’ zegt ze. Terwijl ik haar gleufje voel, wordt mijn piemel weer hard.
Ze trekt mijn hand weg. ‘Zo is het wel genoeg,’ zegt ze. ‘Maar nu weet je tenminste dat je piemel niet alleen dient om te plassen. En je weet nu ook hoe je het zelf kunt doen. Je vond het toch leuk, niet?’
‘Ik vond het geweldig,’ roep ik uit. ‘Je mag het zo vaak doen als je wil.’ ‘Nee broer, daar heb ik Dylan voor,’ antwoordt Liane. ‘Doe jij het maar bij jezelf. Over een paar jaar word je wel verliefd op een meisje en die zal niets liever willen dan je zo vaak mogelijk aftrekken. Zo heet dat namelijk.’
Ik kijk op de klok en zo waar: de tijd is gevlogen. Het is half zes. Liane spoedt zich naar de keuken en begint alles klaar te leggen om het avondeten klaar te maken. ‘Ruim jij de boel een beetje op,’ roept ze. ‘Zorg vooral dat er geen vlekken van je spul meer op de bank of op de vloer zitten. En dek de tafel al maar. Mama zal blij zijn met zo’n brave kinderen.’
Nog geen reacties, reageer hieronder!