Ik mocht mij 14 dagen niet wassen (3)

Ik deed mijn ogen dicht want de pisser spetterde een beetje te dichtbij. Toen hij – want het was een duidelijke straal en geen waterval – leeg gepist was, deed ik ze voorzichtig weer open, en keek ik in het gezicht van een schattig 16-jarig meisje. Ze had lang blond ongewassen haar dat in pluizige touw-achtige strengen om haar hoofd slingerde. Ondanks de vieze vegen sprongen haar scherpe beeldschone gelaatstrekken er duidelijk uit: een engeltje met heksenhaar. “Kom maar even bij mij,” vleide zij, en zij trok mijn hoofd tussen haar knieën, “en lik mijn bovenbenen schoon.” Ik deed wat ze vroeg, en zag en proefde bloederig slijm, vanaf haar knieën tot in haar kuthaar. Ik had poep of pis verwacht, dus dat was een verrassing.
“We krijgen hier geen tampons,” zei ze, en dus houden de meisjes zich op een ander manier schoon. En we zijn nu eenmaal geen katten, die zichzelf schoon likken.”
“Hoe heet je?” vroeg ik. “Amaryllis,” zei ze, en de andere twee heten Begonia en Calluna. De jongens heten Caspar, Balthazar en Melchior. Als er iemand weggaat krijgt die nieuwe de naam van de oude. Jij heet dus Balthazar, die zwarte jongen is Melchior, en Caspar heeft net in je mond gepist.”
“Weggaan?” vroeg ik, “Hoezo?”
“Je mag blijven zo lang je wilt, maar als je 18 wordt, zetten ze je eruit, met een zak geld erbij, de helft van wat je verdient. Het eten en drinken is uitstekend, maar verder krijg je alleen tandpasta, ontharingscreme en zo nodig luizenshampo. Luizen houden niet van pissig haar, dus dat komt niet zo vaak voor.”
“Maar jij hebt toch een flinke borstel kuthaar,” zei ik.
“De twee oudsten moeten dat laten groeien, ook onder de oksels, want dan blijft de poep er beter in hangen. De andere vier zijn haarloos, dat willen de meeste klanten liever.” Ook Caspar’s piemel piepte tussen een flinke dot haar uit, waar poepresten in kleefden.
“Kom eens hier,” zei Melchior en stroopte zijn voorhuid op. Zijn rose eikel contrasteerde mooi met zijn zwarte huid, en een witte ring smegma fleurde het geheel op. “Zuig mijn eikel ook maar even schoon.”